Introductie in kwadraten

Aan deze pagina wordt nog gewerkt ;o)!

Via deze module leren leerlingen de basis van kwadraten via wiskundig vouwen. Deze module is een aantrekkelijke manier om kwadraten op een creatieve manier te introduceren in de onderbouw. Het doel van deze module is dat de leerlingen de 64 vierkantjes eerst zélf vouwen, zodat ze de kwadraten “zien” in het gevouwen vel. Vervolgens zetten ze deze weergave over (“blokjes stapelen”) naar een eerste grafiek. Zo leren leerlingen dat deze grafiek geen rechte lijn is.

Wat gaan leerlingen leren? In deze module leren leerlingen de basis van kwadraten. Ze leren de kwadraten van de getallen 1 tot en met 8 én ze maken kennis met een eerste grafiek van de kwadraten van 0 tot en met 7.

Benodigdheden: Per leerling één vel A4 papier waar een vierkant van gemaakt wordt, of een vel vierkant origami papier (ca. 20 x 20 cm), een wiskundeschrift, potloden (liefst in een paar verschillende kleuren) en een pen.

Tijdsinvestering: Introductie van kwadraten en een eerste grafiek tekenen: ca. 10 minuten. [Optioneel: een vierkant maken van een vel A4 papier: ca. 2 minuten. Introductie van machten: ca. 6 minuten.]

Kwadraten

  1. Start met het vouwen van 16 vierkantjes in het vel papier. Dit kan het vel zijn van de module introductie van machten.

2. Vouw het vel verder tot 64 vierkantjes. Een instructie om handig van 16 naar 64 vierkantjes te gaan vind je hier.

3. Vraag de leerlingen welke kwadraten ze herkennen in de 64 vakjes. Als het goed is herkennen ze 1×1, 2×2, 3×3, etc. Vraag de leerlingen uit te leggen wat ze herkennen (zijdes versus oppervlak).

4. Vraag de leerlingen of ze een tabel kunnen maken van de kwadraten en de uitkomsten.

5. Kennisclip: overstap naar de grafiek. Neem de kwadraten en het aantal blokjes dat daarbij hoort (oppervlak/uitkomst) over als staafdiagram.

6. Teken een vloeiende lijn door de toppen van het staafdiagram.

7. Extra mogelijke stap: de uitkomsten van de verschillen van de uitkomsten van de kwadraten (4-1=3, 9-4=5, etc.) en hoe die te zien zijn in de 64 vierkantjes. Hoe is dit verschil van steeds 2 meer te zien aan de 64 vierkantjes?